Waar liggen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting? (verslag van een debat)

Een Marokkaanse Nederlander: “Ik woon al 40 jaar in Nederland, ik ben Nederlander en ik kijk Nederlandset v. Ik hoor van alles, maar ik kan nooit wat terug zeggen. Nu wel.”

Marokkaanse organisaties haalden het debat over vrijheid van meningsuiting vrijdagavond uit de grachtengordel naar Bos en Lommer. “Helaas vindt het debat tot nu toe vooral plaats in columns en in debatzalen waar vooral de autochtone elite komt,”aldus organisatoren Aknarij en KMAA. “En dat mag raar genoemd worden, omdat het debat overde vrijheid van meningsuiting meestal ontstaat in discussies over de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving.”

Aknarij en KMAA organiseerden daarom een debat met ondersteuning van ACB Kenniscentrum en het Allochtonenweblog. Socioloog Dick Pels en journalist Carel Brendel hielden een inleiding en gingen daarna onder leiding van journalist Kustaw Bessems (De Pers) in debat met Eddy Terstall, Rene Danen, Fouad Sidali, Martin Verbeet, Marije Cornelissen en de zaal. Hieronder een verslag, waarbij ook gebruik is gemaakt van een verslag dat is verschenen op de website Nieuws uit Amsterdam.

Volgens Dick Pels is het de verdienste van Fortuyn geweest dat hij de grenzen van de vrijheid van meningsuiting heeft opgerekt. Dankzij Fortuyn is het mogelijk over onderwerpen te spreken waarop vroeger een taboe rustte. Pels verklaarde ook dat het ‘eisen van respect’ een democratisch stopmiddel is. Tolerantie betekent volgens Pels niet dat we elkaar moeten respecteren. Het gaat volgens hem wat ver om te zeggen dat er een recht op kwetsen bestaat, maar er bestaat ook geen recht om niet gekwetst te worden.

Discriminerende en racistische opmerkingen moet je volgens Pels kunnen tolereren. Je moet homoseksualiteit ongestraft een ziekte kunnen noemen en de holocaust kunnen ontkennen. De grens zou je moeten trekken bij haatzaaien of bij oproepen tot geweld.

Tegelijkertijd vindt hij dat vooral links zich wel wat kritischer mag opstellen tegenover het rechtse populisme. Wilders maakt volgens Pels veel gebruik van (parspro toto) redeneringen, waarbij een minderheid als representatief wordt beschouwd voor een hele groep. Volgens die redenering zijn alle moslims dan al snel potentiële terroristen en is een kleine boze blanke minderheid de stem van het volk.

Links mag volgens Pels de vinger op de zere plek leggen wanneer er racistische opmerkingen worden gemaakt. Etiketten als racisme en fascisme mogen volgens hem wel gebruikt worden, maar dan moet het wel onderbouwd worden en niet om iemand de mond te snoeren.

Tenslotte pleitte Pels voor wat meer relativering, een vaak vergeten waarde van de Verlichting. Degenen die provoceren en kwetsen, zijn volgens hem degenen die menen als enige de waarheid in pacht te hebben.Hij is een voorstander van wat meer ‘beschaafde onverschilligheid’. Zie de gehele speech van Pels hier.

Carel Brendel (journalist bij het AD en schrijver van het verraad van links), begint met te verklaren dat hij het eigenlijk te gek voor woorden vindt dat er een debat over vrijheid van meningsuiting nodig is, omdat deze vrijheid in een land als Nederland vanzelfsprekend zou moeten zijn.Maar de vrijheid om te zeggen wat je denkt, om kritiek te leveren, om satire te bedrijven, staat volgens hem onder druk. Hij verwijst daarbij niet alleen naar de moord op Van Gogh en de bedreigingen aan het adres van Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders, maar ook naar de bedreigingen die Ahmed Aboutaleb ontving en de haatmails en dreigtelefoontjes die na de aanklacht tegen Wilders werden bezorgd bij de advocaten Gerard Spong en Els Lucas en bij René Danen van Nederland Bekent Kleur.

Volgens Brendel is de uitvinding van de boekdrukkunst het begin geweest van onze vrijheid van meningsuiting. Aan het begin van de vorige eeuw zijn kwamen de linkse partijen op voor de rechten van de arbeiders en stuiten daarbij vaak op de kerk als tegenstander. De dominee en pastoor verklaarden namelijk dat het de wil van God was dat er arme en rijke mensen waren. De eerste socialisten gingen daar flinktegen in en ze konden zich daarbij beroepen op de vrijheid vanmeningsuiting. Dankzij harde kritiek, maar ook dankzij spot en satirische programma’s werden de geesten rijp voor veranderingen en verbetering. En na de emancipatie van de arbeiders volgde de emancipatie van de vrouwen en de homo’s.

Brendel: “Het was in die tijd heel erg links om tegen de kerk te zijn. Maar in de afgelopen dertig jaar is er wat raars gebeurd. Nog steeds is het heel erg links om tegen de paus te zijn, als hij condooms verbiedt, om te spotten met de Evangelische Omroep, of kritiek te leveren op de reformatorische gebruiken in Urk en Staphorst. Maar als je ernstige bezwaren hebt tegen Tariq Ramadan, of spot met de islam, of kritiek levert op de orthodoxe salafisten, dan ben je opeens extreemrechts, racistisch of islamofoob.” Brendel vindt dit vreemd.“Zijn de 850.000 mensen uit moslimlanden in Nederland zielige mensen, die nergens tegen kunnen? Wie zegt eigenlijk dat ze allereerst moslim zijn? Wie weet hebben sommigen heel weinig met de islam? (..) Moslims zijn niet zielig. Ze zijn volwassen burgers.(..) Maar mondig betekent ook dat je kunt incasseren. Dat je niet altijd de schuld aan anderen geeft. Dat je niet alle kritiek afdoet als racisme en islamofobie.”

Net als Pels vindt Brendel dat er geen recht bestaat om niet gekwetst te worden. De grens van vrijheid van meningsuiting ligt ook bij Brendel bij het oproepen tot geweld. Dat laatste doet Geert Wilders bijvoorbeeld niet. Brendel: “Je kunt proberen hem de mond snoeren door naar de rechter te stappen. Het is nuttiger om duidelijk te zeggen wat er niet deugt aan zijn plannen. (..)  De beste manier om Wilders te bestrijden is een open en eerlijk debat zonder rare vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog. De groepen, die Wilders voor de rechter slepen, bereiken juist het omgekeerde. Dankzij mr. Spong en de Britse regering, die Wilders niet binnen liet, is de PVV nu de grootste partij in de peilingen. (lees de gehele inleiding van Brendel hier).

Volgens René Danen (voorzitter Nederland Bekent Kleur) en één van de initiatiefnemers van de vervolging van Wilders, ligt de grens van de vrijheid van meningsuiting niet bij het oproepen tot geweld.  “De opvatting ‘schelden mag’ is een elitaire opvatting, leuk voor mensen in de grachtengordel die makkelijk toegang hebben tot de media”, stelt hij. “Netwerk heeft altijd Marokkanen geschoffeerd, en dan zijn ze boos als ze een colablikje naar hun hoofd gegooid krijgen als ze zich in een achterstandswijk vertonen.”
Wanneer je een agent voor ‘vuile homo’ uitscheldt krijg je volgens Danen een boete en je kunt op je winkel ook geen bordje ‘verboden voor homo’s of joden’ ophangen. Dat is discriminatie. Geert Wilders doet volgens hem echter iets vergelijkbaars wanneer hij roept dat er geen moslim meer het land in mag.

Marije Cornelissen (directeur Artikel 1 Noord-Holland Noord en kandidaat namens Groenlinks voor het Europees parlement) benadrukte dat burgers het recht hebben een klacht in te dienen, tegen de buurman, maar ook tegen een politicus als Wilders. Burgers kunnen niet aan eigenrichting doen, maar wel hun recht halen door een beroep te doen oppolitie en justitie. Je kunt er volgens Cornelissen voor kiezen om grof te beledigen. Die vrijheid heb je, maar het kan je wel op een boete van 200 euro komen te staan.

Volgens Eddy Terstall (regisseur en ‘liefdevol lid’ van de PvdA) zijn sommige uitspraken van Wilders discriminatoir en is het daarom terecht dat deze aan de rechter worden voorgelegd. Of uitspraken kwetsend zijn is volgens hem subjectief. Terstall vindt het belangrijk een onderscheid te maken tussen het kwetsen van mensen op grond van eigenschappen waar ze niets aan kunnen doen (sekse, etniciteit,seksuele geaardheid) en kwetsen op grond van een mening of een(geloofs)overtuiging. Dat is iets waar mensen zelf voor kiezen en dat steeds ter discussie mag worden gesteld. Op een geloof mag volgens hem daarom flinke kritiek worden gegeven. Overigens heeft Terstall het idee dat het aantal gelovige moslims in Nederland wordt overdreven. Zowel Wilders als islamitische organisaties als het CMO hebben er volgens hem belang bij dit aantal te overdrijven.

Stadsdeelwethouder Fouad Sidali van Bos en Lommer( PvdA) meent dat de kritiek op de islam wordt misbruikt door mensen met een dubbele agenda. Het gaat hen niet om de islam, het is een excuus om op moslims te kunnen schelden. Sidali: “De PVV is gewoon een racistische partij en dat moet maar eens gezegd kunnen worden.” Sidali verwees daarbij naar het debat dat hij onlangs bij Pauw en Witteman had met Hero Brinkman en waarin duidelijk werd dat Brinkman een aparte behandeling van moslims voorstond.“Mensen moeten goed bij zichzelf te rade gaan waar ze op stemmen want dit begint eng te worden”, aldus de stadsdeelvoorzitter die ook refereerd eaan de opmerking van Fleur Agema (PVV) dat de politie Marokkaanse relschoppers maar met scherp door de knieën moet schieten. “Zet Wildersen al die haatimams maar op een grote boot en laten wij ons ondertussen concentreren op echte problemen zoals armoede en werkloosheid. En geefhet debat over de islam terug aan de theologen en gelovigen.”

Met deze laatste opmerking was schrijver, columnist Asis Aynan het niet eens. Zolang een geloof in gezinnen en moskeeën wordt misbruikt om allerlei misstanden goed te praten, moet dat geloof ter discussie kunnen staan. Ook niet gelovigen moeten zich volgens hem kritisch over de islam kunnen uitlaten.

Martin Verbeet (stadsdeelvoorzitterOost/Watergraafsmeer, PvdA) vindt dat er forse kritiek op een religie gegeven mag worden en dat er stevig gedebatteerd moet worden. Tegelijkertijd vindt hij dat in het debat groepen te gemakkelijk op één hoop worden gegooid en er te weinig oog is voor de diversiteit binnen groepen. Niet alle allochtonen zijn moslims en niet alle moslims behoren tot dezelfde stroming. Volgens Verbeet zou het winst zijn mensen wat meer als individu te beschouwen en wat minder als onderdeel van een groep.

Enkele mensen in het publiek weten dat ze het gevoel hebben dat er met twee maten wordt gemeten en dat veel maatschappelijke problemen ten onrechte worden geïslamiseerd. Rene Danen valt hen bij. We kennen volgens hem allemaal de vier salafistische orthodoxe predikers, maar horen nooit wat over orthodoxe christelijke predikers. We maken ons veel drukker om het homo-standpunt van Tariq Ramadan dan om de opvattingen over homo-seksualiteit van de ChristenUnie, nota bene een regeringspartij. Het is volgens hem prima om vrouwenonderdrukking in de islam aan de kaak te stellen, maar heb het dan ook over de opvattingen van de SGP over vrouwen en over orthodoxe joden die vrouwen geen hand geven of die scholen hebben waar jongens en meisjes gescheiden worden.

Aan het eind van het debat gaf Abdellah Tallal van de Aknarij desprekers een boekenbon. “Ik hoop dat je hem gebruikt om een Koran te kopen,” grapte hij.

Zie ook de deels uitgesproken toespraak van Abdellah Tallal

Het debat werd mede mogelijk gemaakt door het Forum voor Democratisch Ontwikkelingg

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s