Over de roman ‘Alleen maar nette mensen’ van Robert Vuijsje is de afgelopen week volop gedebatteerd. Het boek, waarmee Vuijsje de Gouden Uil won, zou koloniaal, racistisch en seksistisch zijn. De critici vallen vooral over de manier waarop Vuijsje zwarte vrouwen typeert in zijn boek. Hoofdpersoon David, een joodse jongen uit Amsterdam-Zuid gaat daarin op zoek naar ‘een echte negerin’ met een groot libido, dikke billen en intelligent. Hij zoekt haar in Amsterdam-Zuidoost en zou daarmee volgens stadsdeelvoorzitter Sweet het stadsdeel stigmatiseren als ‘een plek waar je makkelijk goedkope seks kunt krijgen. Zuidoost bestaat echt uit veel meer dan alleen maar vrouwen die gaan voor seks,” aldus Sweet in Trouw . Ze ergert zich ook aan het cliché van de hete, willige, zwarte vrouw:”Terwijl er zoveel vrouwen bezig zijn met hun carriere in plaats van met seksueel genot”.
Cultureel antropologe Irma Accord gaat nog wat verder. Zij noemt het boek in Trouw ‘seksistisch en racistisch’.”Ik was heel erg verbijsterd toen ik het voor het eerst las. Waarom is deze man zo bezig om vrouwen te kwetsen?” Vuijsje zou met zijn karikaturale seksuele fantasieën schade berokkenen zegt zij. Accord: “Straks komt dit boek op de literatuurlijst op school en dat vind ik heel erg.Jongeren hebben juist behoefte aan positieve voorbeelden.”
Sociaal werkster Cynthia Landbrug laat in het Parool weten dat zij misselijk was geworden tijdens het lezen van het boek.”Ik zit vol boosheid. Ik vind het verschrikkelijk dat de negerin wordt afgeschilderd als een leeghoofd en een lustobject.” (..) ”Al die mooie praatjes dat het boek de multiculturele samenleving ontrafelt. Bullshit! Het zijn gouden tijden voor Vuijsje met zijn ziekelijke fantasie.”
Er zijn ook zwarte vrouwen die Vuijsje steunen. Bijvoorbeeld documentairemaakster Mildred Roethof die in de documentaire ‘Sex sells’ liet zien hoe jongeren seks beschouwen als ruilmiddel voor een pakjesigaretten of beltegoed. “Ik moet af en toe ook lachen om het boek”,zegt zij in Trouw. “Vuijsje is grappig en beledigend, maar dat is hij ook over Joodse en Hollandse mensen.”
De schrijver zelf reageert: “Mijn boek gaat over een Joodse jongen van deftige komaf met een Marokkaans uiterlijk, die zich verward voelt over de multiculturele wereld”. In die wereld bestaan vooroordelen nu eenmaal, zegt Vuijsje in Trouw: “Ik beschrijf zwarte vrouwen maar ook de nette mensen uit Amsterdam-Zuid heel karikaturaal. Ironie en overdrijving zijn vrij normaal in de romanschrijverij. Als je die knipoog niet ziet.”
Hij krijgt bijval van literatuurcritica Ingrid Hoogervorst tijdens een bijeenkomst in Pakhuis De Zwijger waarvan het Parool verslag doet:”Wat Vuijsje laat zien in zijn boek, is de beeldvorming over groepen in de samenleving. Hij signaleert en hij schrijft op.”
Bij Pauw en Witteman gingen Robert Vuijsje en Irma Accord met elkaar in debat. Het werd een ongemakkelijk gesprek. Accord beschuldigt Vuijsje ervan dat hij een racistisch boek heeft geschreven, omdat er racistische karakters in zouden voorkomen.
Het is een beschuldiging waartegen je je moeilijk kunt verweren. Vuijsje heeft in zijn boek op komische wijze allerlei vooroordelen aan de kaak willen stellen en is daar redelijk goed in geslaagd. De karakters in het boek van Vuijsje zou je racistisch kunnen noemen en je kunt ook discussiëren over de beelden die worden gebruikt, maar het is onzinnig een boek racistisch te noemen omdat er door personages racistische uitspraken in gedaan worden. Een boek over bijvoorbeeld een feministe is ook nog geen feministisch boek. Natuurlijk is een schrijver de geestelijk vader van zijn personages,maar die personages zijn doorgaans niet meer dan een instrument om een groter verhaal te vertellen.
Vuijsje is niet de eerste die wordt aangesproken op het gedrag van zijn personages. Jan Cremer, Jan Wolkers en Bret Easton Ellis (American Psycho) werden door het gedrag van hun personages seksisten genoemd en Joost Zwagerman (De Buitenvrouw) kreeg ook het verwijt racistisch te zijn. Nabokov kreeg na het verschijnen van Lolita het verwijt dat hij pedofiel was en Michel Houellebecq kreeg na het verschijnen van Elementaire Deeltjes en Platform te horen dat hij fascist, racist, antifeminist, reactionair en pervers is.
Literatuur is niet alleen bedoeld om te behagen of een ideale wereld voor te spiegelen. Literatuur moet ook schuren, ontroeren, een ongemakkelijk gevoel geven of kwaad maken. Om goede verhalen te vertellen kunnen ‘nette mensen’ gebruikt worden, maar juist ook hele foute personages. Voor een komisch effect of om te provoceren kunnen karikaturen of overdrijvingen worden gebruikt. Je kunt er, zeker in dit geval, over discussiëren hoe die karikaturen worden gebruikt, maar het zou de dood voor de literatuur zijn wanneer een auteur alleen nog maar over ‘nette mensen’ zou mogen schrijven of, nog erger, zich zou moeten gaan bekommeren om het imago van een stadsdeel.
Irma Accord hoopt dat het boek niet op de literatuurlijsten van scholen terecht komt. Het lijkt mij juist heel goed wanneer dit wel gebeurt.
Juist op school kunnen deze boeken namelijk kritisch besproken worden en kan het een goede aanleiding zijn om het te hebben over al die vooroordelen en stereotyperingen die in het boek gebruikt worden.Net zo goed is het belangrijk dat kinderen attent gemaakt kunnen worden op stereotyperingen in de media van zwarte mensen, van joden, moslims,Turken en Marokkanen. Ga in de klas ook het gesprek aan over stereotyperingen , onderzoek waarom de ene stereotypering wel pijn doet en de andere niet en of er een relatie bestaat met machtsverhoudingen in de samenleving.
Daar hebben leerlingen meer aan dan aan het verwijderen van boeken van literatuurlijsten.