De val van Sinterklaas

Vandaag is Sinterklaas voor Jente (7) van zijn voetstuk gevallen. Ze weet het nu zeker: hij bestaat niet. Gisteren liet ze voor het eerst merken dat ze twijfelde. Plompverloren zei ze opeens tijdens het avondeten: ‘Volgens Sennah bestaat Sinterklaas niet.’
Er viel na deze mededeling een korte stilte, wat in ons huishouden vrij uitzonderlijk is.
Jente ging door: ‘Sommige kinderen zeggen dat hij uit Turkije komt. En in mijn klas zijn er ook kinderen die zeggen dat hij niet bestaat. Ze zeggen dat jullie alle kado’s kopen.’
Jente’s oudere zus Marijn (10) begon zenuwachtig te lachen. Ik overwoog nog een verhaal te houden over de kredietcrisis, zo van: ‘Luister lieve schat, de Sint had al zijn centjes op de rekening van een bank in IJsland staan. Bij Icesave, maar dat was dus niet zo save. En nu zijn die centjes weg en heeft Sint de hulp van ouders nodig om kado’s te  kopen.’
Maar dat zei ik allemaal niet, ik hield mijn mond.
Gelukkig vonden we een afleiding: er werd gesmakt (‘niet smakken’), met handen gegeten (‘dat bestek lig niet voor niets naast je bord’) en meer van dat soort dingen waarom het vreselijk is de opvoeder te moeten spelen.
Even later stonden we met z’n allen uit volle borst voor Sint en Piet te zingen. We hebben geen open haard, dus we staan voor de deur die naar het dakterras leidt. Voor de deur stonden twee paar schoenen met tekeningen voor de Sint en een wortel voor het paard. Jente zei dat ze het liefst de letter E wilde, omdat daar volgens haar meer chocola in zat dan in de J.
’s Avonds, voor het naar bed gaan, haalden we de tekeningen uit de schoenen, at ik de wortel op en stopten we een letter E, die we toevallig nog in huis hadden, in Jente d’r schoen. Ik schreef namens de luisterpiet een lange brief terug.
’s Ochtends werd de brief gelezen en werden de chocoladeletters uitgepakt. Jente geloofde de luisterpiet niet. Hoe had hij nu kunnen horen dat ze liever de letter E wilde hebben? Dat kon toch niet. Dat moesten wij gedaan hebben.
‘Nu weet ik zeker dat Sinterklaas niet bestaat,’ zei ze stellig.
Ik slikte. Zou ik die leugen, die collectieve leugen die we van generatie op generatie doorgeven, krampachtig in stand proberen te houden? Jente keek me uitdagend aan en ik voelde me klein worden.
Ik slikte nog een keer en vertelde haar toen de waarheid.

Jente was trots. En ik? Ik baal dat ik nooit meer een brief als zwarte piet kan schrijven. We hebben nu geen gelovige meer in huis en eigenlijk vind ik dat best jammer.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s