In memoriam: professor Mohammed Arkoun

Professor Mohammed Arkoun is afgelopen dinsdag in Parijs op 82-jarige leeftijd overleden. Arkoun genoot internationale faam als hoogleraar in de Geschiedenis van Islamitische Filosofie. Hij doceerde aan de Sorbonne, maar ook aan de universiteiten van Oxford, Berlijn, Princeton aan de Universiteit van Amsterdam.
Zijn vele publicaties, waaronder Rethinking Islam en L’immigration: défis et richesses, maakten hem tot een van de meest prominente kenners van het historische gedachtegoed van de islam en van de geschiedenis van het religieuze denken.

Arkoun werd in Nederland bekend toen hij in 1993 en 1994 aan de Universiteit van Amsterdam doceerde als bijzonder hoogleraar islam. Hij werkte daar op uitnodiging van de Stichting Bijzondere Leerstoel Islam (SBLI). Deze stichting met onder andere de latere kamerleden Sam (Oussama) Cherribi (VVD), Fadime Örgü (VVD) en Coskun Cörüz (CDA) als bestuursleden, was een initiatief van het toenmalige Amsterdams Centrum Buitenlanders (ACB, tegenwoordig ACB Kenniscentrum).

Een belangrijk doel van de Leerstoel was een platform te vormen “ter bestudering van de islamitische godsdienst binnen de Nederlandse cultuur”. Ook werd veelvuldig gesproken over de “vorming van een Europese islam”. In die tijd lag dat politiek minder gevoelig dan nu. Hoewel sommige moslimorganisaties Arkoun te liberaal vonden, werd zijn benoeming uiteindelijk door alle grote moslimorganisaties gesteund. En ook de politieke partijen, van links tot rechts, gaven hun steun zonder dat er destijds werd gerept over de scheiding van kerk en staat: in het Comité van Aanbeveling zat niet alleen de Amsterdamse burgemeester van Thijn, maar ook toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein, die later nog met Arkoun het boek Islam en democratie zou schrijven.

Arkoun pleitte direct vanaf zijn aantreden voor een Nederlandse imamopleiding. In een interview liet hij weten het onaanvaardbaar te achten dat vele Turkse en Marokkaanse moskeeën in Nederland imams hadden die in hun land van herkomst waren opgeleid en door hun land naar Nederland waren uitgezonden.

Arkoun meende dat de Nederlandse staat zich met de zaak moest bemoeien en de imam-exporterende landen hun plaats moest wijzen: “De Nederlandse regering moet zeggen: wij voeren een politiek van integratie en wij gaan de imams zelf opleiden”. Arkoun droomde van “een theologische faculteit als broedplaats voor een typisch Europese vorm van islam, een werkplaats in de humanistische traditie, ook en vooral in het land van Erasmus” [bron: Shadid en Van Koningsveld].

Ik heb, destijds vanuit het ACB, als directe collega van Cherribi en later Coskun Cörüz, enkele jaren met Arkoun gewerkt en zal hem herinneren als een erudiet en onafhankelijk denker die bijzonder lang van stof was, gevoel voor humor had, soms wat ijdel was en altijd interesse toonde voor het debat en mooie vrouwen. In vergelijking met bijvoorbeeld de tegenwoordig bekende Tariq Ramadan was Arkoun veel meer een wetenschapper.

Zijn boeken zijn pittig, maar zeer de moeite waard om gelezen te worden.

Ewoud Butter

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s