Democratische vernieuwingen lijken in Nederland maar moeilijk van de grond te komen. En dat is een understatement. Sinds de oprichting van D66 wordt er een hoop over politieke vernieuwing gepraat, maar is er bitter weinig gerealiseerd. GroenLinks, D66 en de PvdA hebben de afgelopen jaren gewerkt aan intiatiefwetten die raadgevende en correctieve referenda mogelijk moeten maken. Eén van de initiatiefnemers, Femke Halsema van GroenLinks, werd afgelopen zaterdag door haar eigen congres met een miniem verschil teruggefloten. Terecht legt zij zich daar niet bij neer en roept zij op tot een grondige discussie binnen GroenLinks.
Ons democratisch systeem is sinds het vrouwenkiesrecht amper veranderd en sluit in de huidige vorm niet meer aan op een sterk geindividualiseerde en ontzuilde samenleving.
Het electoraat heeft inmiddels een veel hogere opleiding, is veel beter geinformeerd en kritischer over de kwaliteit van het bestuur en de diensten van de overheid. Tegen politici wordt niet meer opgekeken. De tijd dat een volksvertegenwoordiger bij voorbaat aanzien had, is inmiddels al lang voorbij.
De burger kan meepraten op school en op z’n werk. En wanneer de burger ontevreden is over een product of een dienst kan hij zijn klacht ergens kwijt of voor een andere leverancier kiezen. Tegelijkertijd wordt de burger doorlopend, soms overigens om gek van te worden, om zijn mening en voorkeuren gevraagd.
Het bedrijfsleven is redelijk ‘klantgericht’ en publieke instellingen worden door de overheid gestimuleerd meer vraaggericht te gaan werken. Het politieke bestuur blijft hierbij echter ver achter. Er zijn maar weinig organen in onze samenleving die zo weinig vraaggericht zijn als het politieke bestuur.
Slechts eens in de vier jaar vraagt de politiek haar ‘ klanten’, de kiesgerechtigden, om haar mening. Nou ja mening….De burger geeft een partij een mandaat om namens hem/haar vier jaar lang te besturen.
Meestal maakt de kiezer zijn keuze voor een partij zonder lezing van het (hele) partijprogramma en met amper kennis van de kandidaten; die zijn en blijven voor de meeste kiezers onbekend. De burgers kiezen ook geen premier of coalitie, stemmen niet over een coalitie-akkoord, worden tussentijds niet meer geconsulteerd en hebben ook geen middelen om het bestuur en de volksvertegenwoordiging bij disfunctioneren naar huis te sturen. Politieke functies worden verdeeld onder een kleine elite: de groep politiek actieve burgers.
Ons democratisch stelsel ‘ kan zoveel beter’ om een vorige Pvda-leider maar eens te citeren.
Om hier verbetering in te brengen wordt er al jaren gepleit voor vormen van directe democratie. Burgers zijn hier in meerderheid voor, maar de ‘politieke elite’ houdt het al jaren tegen. Eén van de mogelijkheden om de burgers meer te betrekken bij het politieke bestuur is een referendum: raadgevend of correctief.
Er zijn veel bezwaren te verzinnen tegen het referendum, bijvoorbeeld: problemen zijn te complex om tot weloverwogen besluitvorming door de burgerte komen, de burger heeft onvoldoende verantwoordelijkheidszin en is alleen op eigenbelang gericht, referenda laten geen ruimte voor nuancering, zijn bedreigend voor minderheden en leiden tot plat populisme. Referenda zouden volgens de tegenstanders ook remmend werken op hervormingen en zouden ‘gekocht’ kunnen worden door de belanghebbenden met het meeste geld.
Hoewel ik me wel degelijk wat kan voorstellen bij deze argumenten, zou je ook kunnen stellen dat sommige van hen getuigen van een wantrouwen in de burger en misschien wel van een gebrek aan vertrouwen in de democratie zelf. Zo werd het eerste argument (problemen zijn te complex voor de burger) bijvoorbeeld ook gehoord bij de invoering van het algemeen kiesrecht en het kiesrecht voor vrouwen. Dat schrijven Jos Verhulst en Arjen Nijeboer. Zij behandelen en weerleggen de argumenten tegen het referendum in hun goed gedocumenteerde boek ‘Directe democratie: feiten, argumenten en ervaringen omtrent het referendum. Verplichte kost voor alle leden van GroenLinks. Zie hier (vanaf blz. 69 worden argumenten tegen het referendum behandeld).
Of de voorstellen van Halsema, Kalma en Van der Ham (lees bijvoorbeeld het uitgebreide voorstel voor het raadplegend referendum hier) ideaal zijn, weet ik nog niet, maar het is doodzonde om ze zonder discussie af te schieten.