Radi Suudi en Mohammed Cheppih winnen strijd om moslimzendtijd

Eind decemberheeft het Commissariaat voor de Media bekend gemaakt dat de publiekezendtijd voor islamitischeprogramma’s vanaf september wordt verzorgd door de Stichting MoslimOmroepNederland (SMON). Deze nieuwe omroep is een initiatief van de koepelsUMMON (Marokkaans) WIM (Surinaams) en de Vereniging Imams Nederland dievoor de uitwerking van hun plannen een beroep deden op de ervarenpoliticoloog en journalist Radi Suudi. Suudi probeerde eerder met de omroep Zenit tot het publieke bestel toe te treden. Daarnaastbundelde de SMON de krachten met Ouma (Stichting Academica Islamica),een initiatief van Mohammed Cheppih, die onder andere bekend is alsoprichter van de poldermoskee.

Bestuurlijke chaos
Er moest een nieuweislamitische omroep komen omdat de oude islamitische omroepen NIO enNMO en het overkoepelende SVIZ tekort schoten, niet zozeerjournalistiek, maar wel bestuurlijk. Beide omroepen werden bestuurddoor vertegenwoordigers van de islamitische koepelorganisaties, vaakeerste generatie moslims. Lees hierover ook het heldere artikel van Hassnae Bouazza en Nuweira Youskine.

Wijs geworden door de ervaringen met deze bestuurders hebben zowel Cheppih als Suudi vooraf benadrukt dat ze zo ongebonden mogelijk willen opereren. Zo liet Radi Suudi eerder tegenover het Allochtonenweblog weten: “Ik heb gezegd dat ik dat alleen wilde doen op voorwaarde dat er eenstrikt onafhankelijke omroepstichting zou komen die geen speelbal zouzijn van bemoeizucht en bestuurlijke incompetentie . Bovendien wilde ik een programmabeleid dat de komende jaren vooralnadruk zou leggen op de maatschappelijke en culturele factoren, geenreligieuze programma’s. En een programmabeleid dat gericht zou zijn opeen groter publiek dan alleen gelovige moslims. Inhoudelijk dusdezelfde uitgangspunten en programma’s als bij Zenit. Hiermee ging men akkoord.”

Toch is de keuze van het Commissariaat voor SMON pikant. Hetbetekent verlies voor deconcurrenten:de Stichting Moslimomroep (SMO) en de Verenigde Moslimomroep (VMO),deze laatste is een samenwerkingsverband van de NederlandseIslamitische Media endeStichting Samenwerkende Islamitische Koepel (SIK).

Vooral de SMO werd vooraf als een belangrijke concurrent vande SMON gezien. De SMO werd gesteund door 18 moslimorganisaties,waaronder de Turkse koepelorganisaties. In tegenstelling tot de SMONzijn bovendien in de SMO (net als in de VMO) zowel soennieten alssjiieten vertegenwoordigd.

Representativiteit
Interessant is dat voor hetCommissariaat het aantal moskeeorganisaties dat is aangesloten bij eenomroep niet een bepalende factor is voor de representativiteit van deomroepen. Het commissariaat beroept zich hierbij op niet nader geduidwetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat niet verifieerbaar ishoeveel leden de moskeeorganisaties hebben, maar dat het erwaarschijnlijk niet veel zijn. Het is hierdoor ook moeilijk teverifieren hoeveel moslims door de organisaties vertegenwoordigdworden.
Het Commissariaat toont hier lef en heeft een punt. DeNederlandse moskeekoepels blinken niet bepaald uit in transparantie:het is niet alleen volstrekt onduidelijk hoeveel moslims zevertegenwoordigen, het is bij de meeste koepels, vaak stichtingen, bovendien niet of moeilijk te achterhalen welke moskeeen zich bij die koepels hebben aangesloten.
Het Commissariaat trekt daarom terechtde conclusie dat ze niet kan vaststellenwelke omroep de grootste achterban heeft: de SMO of de SMON. Neemt nietweg dat bijvoorbeeld Turkse moslims en de sjiieten, waaronder een grotegroep alevieten, (nog) niet vertegewoordigd zijn in de SMON.

Tweede generatie
Het Commissariaat wijst er daarnaast op dat zeker de tweede en derdegeneratie moslims minder gericht zijn op het land van herkomst en dereligieuze substromingen van hun ouders. In haar oordeel meent hetCommissariaat dat bij de SMO de eerste generatie sterk isvertegenwoordigd en dat bij de SMON naast de eerste, ook de tweedegeneratie moslims deelneemt.

Bestuurlijk model
Tenslotte geeft het Commissariaat aan dat ze denkt dat bij de SMO eengrotere kans bestaat op een herhaling van religieuze fricties,bestuurlijke impasses en interne onenigheden. Ook heeft hetCommissariaat meer vertrouwen in het bestuursmodel van de SMON waarinminder kans is op directe bemoeienis van moskeebestuurders op de inhoudvan de programma’s.

Kritiek
Uiteraard is het besluit van het Commissariaat kritisch ontvangen. Op de website wereldjournalistenlaat Fethi Killi, waarnemend secretaris van de SMO weten het besluitzwaar teleurstellend te vinden. Killi, die verklaart 600.000 moslims tevertegenwoordigen (wat overigens ruim voldoende zou zijn voor een forseledenomroep), maakt bezwaar tegen ieder argument van het Commissariaat.De SMO gaat dan ook bezwaar aantekenen en desnoods naar de rechter. Killi: ‘Het Commissariaat bedrijft politiek met dit besluit en dat isin strijd met de wet.’

Naar ‘goed’ gebruik wordt in deze discussies ook gewezen op omstredenpersonen binnen beide organisaties. Het gaat dan vooral om Cheppih(SMON) en Bouyafa (SMO). Zo verklaart Killi in reactie op decontstatering van het Commissariaat dat zijn organisatie traditionelerzou zijn: ‘Het is juist de SMON dietraditioneel is. Onder de SMON valt namelijk ook eenSurinaams-Pakistaanse moslimorganisatie die eerder naar Pakistan kijktvoor hun geloof dan naar Nederland. Cheppih van de SAI (StichtingAcademica Islamica, die zich aansloot bij de SMON) zelf stelt dater maar één islam is en dat is conform de wahabistische theologie zoalsgepredikt in Saoedi-Arabië. Dit heeft hij meerdere keren gezegd en ooktegen mij toen ik samenwerking met hem zocht. In zijn zienswijze zijnalevieten geen moslims.’

Ook Peter Breedveldstelt vraagtekens bij de keuze voor Cheppih, die via de poldermoskeebanden zou hebben met de onstreden prediker Khalid Yassin.Tegelijkertijd wijst Breedveld ook op de indirecte vertegenwoordigingvan de Turkse overheid en het conservatieve Milli Gorus in de SMO.

Carel Brendel, die zich ook meermalen kritisch heeft uitgelaten overCheppih en Yassin, besteedt op zijn website in deze kwestie vooralaandacht aan een intiatiefnemer van de SMO, Yahya Bouyafa, die tevens voorzitteris van de Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION). De FIONis aangesloten bij de Europese FIOE, die volgens minister Ter Horstgelieerd is aan de Moslim Broederschap.

In december verscheen een artikel in de Volkskrant waarin op de banden van Bouyafa met de Moslim Broederschap gewezen. Bouyafa heeft daarop overigens om rectificatie geeist.

(de letters in dit artikel zijn na een mislukte migratie versprongen en soms van ‘kleur’ verschoten – excuses voor het ongemak)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s