Op 28 juni gaat mijn nieuwe toneelstuk ‘De Elite, dat zijn de anderen’ in première in het Amsterdamse Pleintheater. Het stuk wordt gespeeld door theatergroep De Spelers en is gebaseerd op ‘Mug Inn’ van Joan Nederlof (Mugmetdegoudentand). Ik bewerkte het stuk en schreef enkele nieuwe scènes.
Mugg Inn gaat over verschillende vormen van ‘wij/zij denken’ met bijzondere aandacht voor homoseksuelen versus heteroseksuelen. In mijn bewerking ligt het accent iets meer op de kloof tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden. In onderstaand artikel ga ik nader op deze kloof in.
Vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw brokkelden de zuilen af en groepeerden Nederlanders zich ook op andere gronden dan op levensbeschouwing of ideologie. Hoewel er dankzij de individualisering meer waardering kwam voor zaken als autonomie en individuele ontplooiing, bleef er die onstuitbare menselijke behoefte om ergens bij te willen horen. En dus werden er steeds weer nieuwe, meestal informele groepen en netwerken gevormd. De mens is nu eenmaal graag in het gezelschap van gelijkgestemden, individualisering of niet. En zo zoeken we op straat, op het schoolplein, tijdens het werk, surfend over het internet en in de vrije tijd nog altijd naar mensen die op ons lijken.
Als er een ‘wij’ wordt gevormd, dan ontstaat er vanzelf ook een ‘zij’. Hierbij geldt dan vaak wat Freud het ‘narcisme van het kleine verschil’ noemde: relatief kleine, soms vermeende verschillen worden benadrukt om ‘wij’ van ‘zij’ te onderscheiden.
OSM
‘Wij’ zijn Ons Soort Mensen (OSM). En wie we tot OSM rekenen is afhankelijk van tal van factoren zoals religie, politieke voorkeur, culturele afkomst, sekse, seksuele voorkeur, leefstijl of opleidingsniveau. Die laatste factor is één van de belangrijkste onderscheidende factoren geworden.
Was het vroeg nog gebruikelijk dat de katholieke huisarts met zijn katholieke assistente trouwde, tegenwoordig trouwen of hokken we bij voorkeur met mensen met een vergelijkbaar opleidingsniveau.
Culturele elite
“Zeg ons wat uw hoogste diploma is en wij zeggen u wie u bent. Hebt u een academische bul, dan heten uw kinderen Floris of Fleur, u kijkt naar de publieke omroep, u leest een van de voormalige pcm-bladen en misschien ook nog de Elsevier of Vrij Nederland. U stemt GroenLinks, D66, PvdA of VVD. Uw kinderen zitten op een lagere school met een bijzondere signatuur en gaan, als het even kan, door naar een categoriaal gymnasium of een lyceum. Fleur zit op hockey en Floris mag voetballen, maar dan wel bij hvv of afc. Als ze schaatsen, hebben ze noren. In de zomer gaat u kamperen in Frankrijk of naar een appartement in Toscane.”
Dat schreven bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille in het artikel de Tweedeling tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden.
De hoger opgeleiden vormen een culturele elite die relatief meer leest, die zo nu en dan een museum, theater of concertzaal bezoekt en juist minder vaak is te vinden in een fabriekshal, bij de Wibra, de Mc Donalds of aan de rand van een visvijver.
De culturele elite kijkt ook veel minder vaak naar de commerciële omroepen. Sterker, een groot deel van de culturele elite ergert zich aan de ‘vertrossing’, de verdringing van educatieve en culturele programma’s op televisie door platte, ‘ordinaire’ amusementsprogramma’s. Dat die laatste categorie programma’s veel hogere kijkcijfers scoort, wordt als illustratief ervaren voor de verplatting van onze samenleving.
Koningslied
De kloof tussen de culturele elite en de rest van het volk kwam helder aan het licht bij de ophef die in april van dit jaar ontstond bij de presentatie van het Koningslied, een lied dat juist ‘hoog’ en ‘laag’ bij elkaar had moeten brengen. Componist John Ewbank presenteerde echter , zoals Volkskrant redacteur Peter Giesen beschreef “een product uit de SBS6-cultuur”. De culturele elite kwam hier vervolgens tegen in verzet.
In de woorden van Giesen: “Die bovenlaag is er inmiddels aan gewend dat volkszangers hun rondjes draaien op SBS6. Maar dat Nederland op een plechtig moment als een troonwisseling kiest voor een lied vol krompraat en taalfouten leek menigeen een zoveelste bewijs voor de deplorabele toestand van de Nederlandse cultuur.” (Hymne van een Verdeelde natie, Vk, 23 april 2013)
Diplomademocratie
Tot de jaren ’70 werd de elite vooral gevormd door de adel, industriëlen, de ‘intelligentsia’, bankiers en notabelen. De elite werd vooral als ‘rechts’ gezien en ‘links’ liep voorop in de strijd tegen deze elite.
Maar in de jaren daarna veranderde dit: het aantal hoog opgeleiden nam fors toe en zij vormden een steeds groter deel van de elite. Omdat ‘linkse’ academici, politici, journalisten en kunstenaars in steeds grotere getale een onderdeel gingen vormen van de elite, veranderde ook geleidelijk de politieke kleur van deze elite.
De veranderde samenstelling van de elite, met meer hoger opgeleiden werd door bestuurskundige Mark Bovens omschreven met het begrip ‘diplomademocratie’; hiermee bedoelt hij dat de Nederlandse politiek en het maatschappelijk middenveld de laatste decennia bijna alleen nog maar worden bestuurd door hoger opgeleiden, die andere belangen en zorgen hebben dan de lager opgeleiden.
Vooral rond een aantal kwesties die sinds de jaren negentig een prominente rol zijn gaan spelen in het politieke debat blijken de verschillen tussen hoger en lager opgeleiden volgens Bovens groot: hoger opgeleiden staan grosso modo positiever tegenover de multiculturele samenleving, ook hebben hoger opgeleiden vaker vertrouwen in Europa, hechten ze meer belang aan het milieu en ontwikkelingssamenwerking en geloven ze minder in een strenge aanpak van de criminaliteit.
(Linkse) elite
Het gaat niet alleen om inhoudelijke meningsverschillen, maar ook om een ervaren morele kloof. Sommigen spreken in dit verband van de morele superioriteit van de (vooral linkse) elite, op sommige blogs ook wel de ‘Gutmenschen’ genoemd.
De vorig jaar overleden Anil Ramdas illustreerde deze kloof op het weblog De Buren treffend toen hij zijn diepe afkeer van de Nederlandse ‘white trash’ verwoordde: “Het zijn tokkies, het zijn families Flodder, met achterlijke ideeën en onbeschofte omgangsvormen. Wat kun je anders zeggen van de meeste Telegraaflezers, SBS-6- en RTL-kijkers en PVV-stemmers, dan dat ze boers, onbehouwen, ruw, plat, vulgair, ordinair en ongemanierd zijn? Primitieve, rancuneuze, rechtse en extreemrechtse types zonder moraal, zonder principes, zonder idealen; kan het anders worden geformuleerd?”
De morele kloof tussen de (linkse) elite en ‘het volk’ wordt niet alleen door autochtonen, maar ook door allochtonen ervaren. Zo vertelde de Turkse Ali me ooit dat de (linkse) elite die zo hard roept het voor hem op te nemen, hem tegelijkertijd het gevoel geeft dat hij een slecht mens is. “Ik hou van auto rijden, maar ook van vlees en ik ga naar Turkije liever met het vliegtuig dan met de bus. Allemaal dingen waar ik me van links schuldig over moet voelen.”
Kloof
Politieke partijen, zeker de PvdA, GroenLinks en het CDA worstelen met deze kloof tussen de gestaalde, vaak hoog opgeleide partijkaders van doctorandussen en de groepen die deze partijen willen vertegenwoordigen. Ook de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is bij lange na niet zo volks als de naam doet vermoeden.
Pim Fortuyn en in zijn navolging Geert Wilders hebben, net als de SP, dankbaar gebruik gemaakt van deze kloof om kiezers te trekken. Het is hun gelukt groepen kiezers aan zich te binden die zich niet (meer) vertegenwoordigd voelden door de gevestigde partijen.
Dit deden ze onder andere door het multicultureel onbehagen te benoemen en nadrukkelijk afstand te nemen van de kleine politieke elite, die onderling de baantjes verdeelt. Geert Wilders publiceerde in 2005 zelfs een heuse Onafhankelijkheidsverklaring waarin hij afstand nam van de incompetente, laffe, zelfvoldane politieke elite die het land volgens hem in gijzeling houdt.
De Elite, dat zijn de Anderen
Dat Wilders (net als Fortuyn eerder) zelf ook tot deze elite behoort, vormt blijkbaar geen beletsel om voor de stemmers geloofwaardig afstand te kunnen nemen van de elite. De Elite, dat zijn namelijk de Anderen.
Na de opkomst van Fortuyn waren er meer leden van de elite die bij voorkeur hun politieke tegenstanders tot de elite rekenden. VVD’er Charlie Aptroot bijvoorbeeld noemde het verzet tegen het verhogen van de maximumsnelheid elitair, Maxime Verhagen (CDA) noemde de PvdA een grachtengordelpartij, en onlangs kwalificeerde voormalig Shell-topman en oud-PvdA leider Wouter Bos de ophef in zijn eigen partij over de strafbaarheid van illegalen nog als een “GroenLinks reflex”. Deze reflex omschreef hij als “een verheerlijking van principiële zuiverheid die typisch is voor linkse mensen met een bovengemiddeld inkomen en een bovengemiddelde opleiding.” Diezelfde Wouter Bos hield overigens in 2009 in het NRC nog een pleidooi voor de elite: “De sociaal-democratie kan niet zonder elite, want volksverheffing vraagt om leiding en moraal”, schreef hij toen.
Niet alleen politici, maar ook journalisten en andere elitaire beroepsgroepen rekenen zichzelf liever niet meer publiekelijk tot de elite. De elite lijkt ‘besmet’ en synoniem te staan voor wereldvreemd, hoogmoedig, intellectualistisch of ‘subsidieverslaafd. Daar wil je niet bijhoren.
Volkszangers
Het volk is al jaren geëmancipeerd en de elite die vroeger nog het volk wilde verheffen, probeert zich nu, soms krampachtig, niet meer verheven te voelen.
Wat vroeger ‘fout’ was, werd later ‘camp’ en daarmee ‘goed’. Zo omhelzen politici de volkszangers waarop in het verleden werd neergekeken.
Joop den Uyl, de vroegere leider van de PvdA, hield van poëzie; zijn lievelingsgedicht was De Ceder van Han Hoekstra. Dat is wat anders dan Diederik Samsom, de huidige voorman van de sociaaldemocraten: hij houdt van ‘Laura’ van Jan Smit.
Dezelfde Jan Smit was in mei 2009 onderwerp van gesprek tijdens de wekelijkse persconferentie van de minister-president. Jan-Peter Balkenende liet daar weten dat hij verrast over de breuk tussen de Volendamse zanger en soapster Yolanthe Cabau van Kasbergen. Een maand later danste de premier de polonaise met een andere volkszanger, Frans Bauer.
En bij de VVD werd tijdens het laatste verkiezingsfeestje het gebruikelijke dixielandorkestje vervangen door de Topper Gordon.
En de elite?
Die lijkt last te hebben van een identiteitscrisis, is stil geworden en laat zelden nog van zich horen. Nou ja soms dan, over een koningslied.
Ewoud Butter
————————–
Meer informatie over het toneelstuk De Elite, dat zijn de Anderen hier.
De titel De Elite dat zijn de Anderen is ‘gejat’ uit een tweet van het Amsterdamse GroenLinks raadslid Jan Hoek en doet denken, voor de elitairen onder u, aan L’enfer, c’est les autres (De Hel dat zijn de anderen) , een beroemd citaat uit Sartres Huis Clos.
Meer lezen?
- De tweedeling tussen hoger en lager opgeleiden (socialevraagstukken.nl)
- De macht en onmacht van de culturele elite (apache.be)
- Het koningslied, wie heeft er nu gewonnen het volk of de elite? (NRC)
- Vragenlijst: welke levensstijl heeft u? (Volkskrant)
- Het culturele drama (Anil Ramdas op De Buren)
- Links koestert nu de gevestigde macht (Volkskrant)
- De onafhankelijkheidsverklaring van de PVV
- Gordelroos (De Groene)
- Guusje ter Horst: Een opstand van de elite is hard nodig (VN)
- Verlangen naar een ander volk (WBS)
Heel boeiend Ewoud.
Het boek van Bovens is erg goed, want het onderbouwt in detail de moderne elitevorming (educationbased) zoals jij die hier beschrijft.
Maar jij trekt het nog een stapje door: Niemand durft te boek te staan als elitair. En dat leidt tot een gebrek aan leiderschap op een aantal thema’s waar de populisten zich willen roeren. Dit is m.i. de vinger op de zere plek van NL.
LikeLike