Volgens Wouter Bos is het goed wanneer er in het integratiedebat
meer gepolariseerd wordt. ‘In het debat over integratie hoor ik
voortdurend mensen roepen dat er minder gepolariseerd moet worden. Ongelooflijk. Mijn stelling is: ophouden met dat gezeur over de toon van het debat!’ verklaarde hij in een interview met de Volkskrant. ‘Geen emancipatie zonder polarisatie’, zei Bos verder. Hij trok daarbij de vergelijking met de emancipatie van de arbeider en de vrouw en de homo. Hun emancipatie was vooral dankzij strijd gerealiseerd.
Je kunt je afvragen in hoeverre die vergelijking hout snijdt. De emancipatie van arbeiders, vrouwen en homo’s ging inderdaad met strijd gepaard, maar niet met strijd tégen de arbeider, de vrouw en de homoseksueel; het was een strijd tégen de personen, gedachten en instituties die dominant waren en de emancipatie van die groepen blokkeerden. Voor een vergelijkbare emancipatie van etnische minderheden zou dan strijd nodig zijn van groepen allochtonen die hun plek opeisen, die Nederlandse dominante waarden en ideeen ter discussie durven stellen en die bijvoorbeeld discriminatie en achterstelling van hun groepen aan de kaak stellen. Het is de vraag of dit de strijd is die Bos bedoelt.
Met zijn oproep om te polariseren en niet te zeuren over de toon, lijkt Bos zich vooral te willen bevrijden van het multiculturele juk dat zijn partij lang in een houdgreep heeft gehouden. Maar schieten we wat op met deze oproep wanneer het betekent dat autochtonen problemen – hoe ongenuanceerd ook – moeten kunnen ‘benoemen’ en dat allochtonen
niet moeten zeuren als ze daar niet tegen kunnen?
Om een beetje te kunnen polariseren heb je twee – liefst gelijkwaardige kampen nodig en daarvan is in het publieke debat over integratie amper sprake. Er zijn in de media en op talloze websites genoeg mensen te vinden die blijkbaar een behoefte hebben om moslims, allochtonen of Marokkanen te bashen, maar er zijn er van deze groepen maar verdomd weinig die – in het publieke debat – assertief terugbashen. Zijn deze nieuwe Nederlanders te beschaafd om te bashen, zijn ze bang voor hun positie, worden ze niet uitgenodigd om hun mening te verkondigen of worden ze botweg geweigerd?
Ik doe nu een paar publicisten te kort, die overigens niet allemaal bashen, maar die wel duidelijk hebben gemaakt dat ze in meer of mindere mate de polemiek niet schuwen. Allemaal roepen ze heftige reacties op en hebben ze fanatieke voor- en tegenstanders. Denk bijvoorbeeld aan Abou Jahjah, Mohammed Jabri (Elqalem, en nu Mirsab.nl), Mohammed Benzakour, Mohammed Cheppih (in het verleden) en Miriyam Aouragh. Wanneer je een beetje gelijkwaardige polarisatie wilt hebben, heb je dergelijke publicisten hard nodig. Het is dan niet relevant of je het als lezer, of als redacteur van een krant of een tv-programma met hen eens bent: ze kunnen in een publiek debat, dat blijkbaar gepolariseerd dient te worden, wel voor het noodzakelijke tegenwicht zorgen.
Anders is de polarisatie eenzijdig – en eenzijdige polarisatie zal niet snel leiden tot emancipatie.