Isa (een fragment)

Voorkantisapng2_2
Haar kleine, magere lichaam past precies in de grote Samsonite-koffer die ik onder haar bed heb gevonden. Ik heb alleen haar benen moeten breken om ze langs haar romp omhoog te kunnen leggen. Haar voetjes liggen stijf tegen haar oren, half bedekt door haar donkere dreadlocks. De verbeten trek om haar mond en de rimpels op haar voorhoofd zijn verdwenen. De blosjes op haar wangen zijn er ook niet meer, maar dat heb ik kunnen compenseren met een royale hoeveelheid bordeauxrode lippenstift, die mooi kleurt bij haar gebatikte blouse.

Met m’n vingertoppen streel ik de weerbarstige haartjes van haar wenkbrauwen en zachtjes duw ik op haar gesloten ogen, die soepel meegeven. Daarna plaats ik mijn wijsvinger net onder de haargrens op haar voorhoofd en ik fluister: „En daar, dames en heren, komt de Fin Mäkinen, die vorig jaar, tijdens het schansspringen hier in Wannsee zo ongelukkig ten val kwam. U herinnert zich vast nog wel die afgrijselijke beelden. Mäkinen brak zo’n beetje alles wat een mens kan breken. Een jaar lang heeft hij gerevalideerd en het is de vraag of hij terug kan keren op zijn oude niveau. Is hij nog steeds een groot talent of behoort hij inmiddels tot de grote grijze middenmoot? Dat is de vraag die vandaag in Wannsee beantwoord zal gaan worden.“
Ik laat mijn vinger vanaf haar voorhoofd over haar neus naar beneden gaan. Haar huid voelt droog aan. „Daar gaat hij in een prachtige hurkzit, terwijl het publiek in spanning wacht, net als zijn vrouw, die overigens onlangs van een tweeling is bevallen.“

Ik stuit halverwege haar neus op een kleine knobbel. „O, dames en heren, Mäkinen raakte even uit balans, maar hij kan zich gelukkig weer op tijd herstellen. In Finland, het land van de duizend meren, zitten ze nu vol spanning te kijken.“

Mijn vinger heeft nu het puntje van haar neus verlaten en hangt boven haar mond. Ik ga steeds sneller praten. „Wat een prachtige afsprong, wat een klasse, wat een stijl. Als een adelaar zweeft hij boven Wannsee, alsof de wind hem draagt. En dan nu zijn landing, dames en heren. Wordt dit de ultieme wraak van de man die door de meeste insiders al was afgeschreven?“

Mijn vinger belandt met een boog op haar onderlip. „Schit-te-rend! Super! Mä-ki-nen, De Adelaar van de Poolzee! Wat een afstand! Het is zeker meer dan honderd meter, en ik verzeker u: daar zal de concurrentie niet blij mee zijn. Want wie zal deze sprong nog kunnen overtreffen? Ik denk niemand. Kijk eens, dames en heren, wat een prachtige lach. En terecht! Mäkinen heeft Finland weer op de wereldkaart gezet. Zijn vader—die rendieren hoedt boven de poolgrens—zal gloeien van trots. En rekent u er maar op dat zelfs die ogenschijnlijk zo koele Finnen nu massaal een traantje wegpinken.“
Langzaam duw ik haar onderlip verder naar beneden, totdat die van mijn vinger weer omhoog schiet. Ik buig me voorover en breng mijn lippen naar de hare. Ze zijn droger en koeler dan ze ooit zijn geweest. Ik streel haar wang en spreek zacht: „Super-Mäkinen is een echte winnaar. Net als ik. Vind je niet?“
Ik neem haar kin tussen mijn duim en wijsvinger en laat haar bevestigend met haar hoofd knikken. „Dank je. Ik wist wel dat je me deze keer gelijk zou geven. Je moet ook wel. Ik heb doorgezet, ik ben doortastend geweest en heb je laten zien dat ik sterk ben. Net als jij.“

Ik streel de rug van haar koude linkerhand. Haar huid voelt bijna even stroef aan als het leer van haar jasje. „Hield jij net zo veel van mij als ik van jou? Nee, dat deed je niet. Maar dat is niet relevant. We hadden elkaar nodig.“

Haar mond is door het schudden half open gaan staan. Ik pak haar stugge tong en trek eraan totdat ik iets hoor knappen. Ik laat hem weer los, maar hij blijft halverwege op haar droge onderlip hangen. Het lijkt net of ze hem naar me uitsteekt. Ik maak een lange neus. Daarna trek ik haar mond wat verder open, prop haar tong weer naar binnen en sluit haar mond door haar kin omhoog te duwen. Ik staar naar haar en zij naar mij. Langzaam gaat haar mond weer open. Het lijkt nu alsof ze glimlacht. Ik glimlach terug. „Ik hou van je, lieverd,“ fluister ik. „Ik hou hee-ee-eel erg veel van je. Weet je hoeveel? Zó veel. Kijk!“—En ik strek mijn armen, mijn handen en mijn vingers zo ver mogelijk uit—„En dan nog méér.“

Kijk voor een beschrijving van de roman en voor bestelinformatie hier