Mannen, en vooral vaders hebben het zwaar. De meeste zijn niet te spreken over de taakverdeling binnen het gezin.
Terwijl zij een véééél drukker bestaan hebben, blijft vrouwlief maar klagen over een oneerlijke werklast. Dat vinden…mannen volgens het
vaderdagonderzoek van Intermediair.
De meeste relaties schijnen te struikelen over kleine huiselijke obstakels: dopjes van tubes tandpasta, vieze vaatdoekjes, opgerolde sokken in de wasmand of de hinderlijke afwezigheid van koffie of wc-papier. De meeste ruzies gaan over die irritante troep van de ander, de verdeling van het huishoudelijk leed, de schoonfamilie en de zorg voor de hond, de goudvis of de kinderen.
In 1984, toen ik net was begonnen aan mijn studie politicologie, deed ik onderzoek naar de verdeling van huishoudelijke arbeid in woongroepen. Zelf behoorde ik tot wat geloof ik de ‘no-future generation’ werd genoemd: ik danste op new wave, punk en gothic, kleedde me in stemmig zwart en trok als ik uitging soms baldadig een zwart lijntje onder mijn ogen.
De woongroepen die ik onderzocht, werden gedomineerd door een iets oudere generatie, die meer hield van symfonische rock (Genesis, Yes) en Bob Dylan. Het was de generatie die zich had bevrijd van God, maar verder stijf stond van de dogma’s. In de woongroepen moest je, uiteraard, links zijn, lid van de VPRO, de Volkskrant of liever nog De Waarheid lezen en vooral heel veel ‘aksie’ voeren. Vlees eten was fout, maar aan vleselijke lusten moest ongeremd toegegeven kunnen worden. Relaties moesten open zijn en seks was vrij. Verschillen tussen mannen en vrouwen waren niet aangeboren, maar aangeleerd en als man was je een seksist tot het tegendeel was bewezen. In de woongroepen die ik onderzocht liepen opvallend veel mannen in tuinbroeken en waren meerdere vrouwen ‘politiek lesbisch’.
Het persoonlijke was politiek en in de onderzochte woongroepen betekende dit dat ook een discussie over de vaatdoek al snel een ideologische lading had.
Toch bleek de verdeling van het huishouden in deze woongroepen niet
wezenlijk te verschillen van die in ‘burgerlijke gezinnen’. Dat sommige
vrouwen op een kluscursus zaten en enkele mannen leerden breien, had
uiteindelijk geen doorslaggevend effect. Met de boodschappen en het koken
ging het nog goed. Deze taken waren in de woongroepen eerlijk verdeeld. Over het schoonmaken
werden ook steeds weer afspraken gemaakt, maar de vrouwen stoorden zich
zo erg aan de slordigheid en de frequentie waarmee de mannen de wc-bril
poetsten, dat ze het vaak nog een keertje over deden.
De mannen deden vaker de klusjes in huis en meestal hielden zij ook de
administratie bij. De vrouwen voelden zich eerder verantwoordelijk voor
de kinderen, de was, een gezellige sfeer (gordijnen dicht, kaarsjes
aan) en voor het onderhouden van de sociale contacten.
In vergelijking met twintig jaar geleden wordt er nu, met dank aan
de vaatwasmachine, de wasdroger en de magnetron, minder tijd besteed
aan het huishouden. Toch is er niet veel veranderd in de verdeling van
de huishoudelijke taken. Uit het onderzoek van Intermediair blijkt dat
bij vaders de top vijf van meest uitgevoerde taken er als volgt uitziet: op 1. spelen en uitjes, op 2. boodschappen, op 3. kinderen naar de crèche of school brengen, op 4.
koken en op 5. kinderen naar sport of muziekles brengen. Bij vrouwen
ziet dit lijstje er als volgt uit: Op één staat de was doen, gevolgd
door respectievelijk koken, schoonmaken, verjaardagspartijtjes en
cadeautjes regelen en tot slot strijken.
Vandaag is het vaderdag. Twintig jaar geleden was dat in linkse kringen nog een
verderfelijke commerciële en bijzonder burgerlijke vinding van die
kapitalisten uit het midden- en kleinbedrijf, tegenwoordig is het geen item meer.
Mijn twee jonge dochters hebben nog geen politieke mening over
vaatdoeken of vaderdag. Zij vinden het leuk hun vader te verrassen en
te verwennen.
En deze vader laat dat met plezier over zich heen komen